In mijn artistiek werk onderzoek ik het verband tussen familiegeschiedenissen en de grote politieke gebeurtenissen. Ik ben geboren in wat in België bekend staat als het Oostblok, meer bepaald Hongarije. Ik heb het geluk gehad om in mijn leven de grote politieke systemen mee te maken: resten van het feodalisme, het stalinisme, het communisme en het kapitalisme. Elk van die periodes had een eigen kader, met specifieke objecten die de huiskamer binnen kwamen. Zo ben ik opgegroeid tussen overblijfselen en objecten van de kleine adel, gemengd met wat ik fabricaten van het communisme noem… ons huis was een samenraapsel van opvallend goed gemaakte objecten en industriële brol. Mijn werk cirkelt rond deze samenkomsten.
Zo benader ik huizen als een museum vol herinneringen, waar getuigenissen van verschillende politieke wendingen broederlijk naast elkaar staan.
Ik probeer tegenstellingen te verzoenen. Zowel vormelijke tegenstellingen — licht en donker, ruw en glad, scherp en rond— als emotionele en mentale tegenstellingen — vreugde en verdriet, ernst en spel, het sacrale en profane…
Dit spel van tegenstellingen vormt de eigenlijke kern van mijn werk. Ik breng relaties tot stand tussen dingen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Ik probeer te ontroeren en te bezielen door tegenpolen bij elkaar te brengen. De ziel leeft op als hij uitersten verenigt. Vreugde en verdriet verenigen, is melancholie. Melancholie als motor van mijn verbeelding.
Een verbeelding die tegengestelde werelden samenbrengt.
Dat vind ik momenteel belangrijk in deze wereld waar polarisatie schijnbaar onoverkomelijk is.