Emma maakt beelden die tijdens onze aanschouwing al wegsijpelen en ontglippen en die ons confronteren met onze eigen 'condition humaine'. Monumentaal met een vuist in de ruimte of klein, poëtisch, geklemd tegen een wand.
Het zijn beelden uit losse planken, dun draad en zand, die elkaar bij elkaar proberen te houden.
Ze bestaan in het moment.
Haar beelden zijn pogingen te omwikkelen en vast te houden wat niet te omwikkelen en vast te houden valt. De tijd grijpt al in tijdens het maken, maar Emma gaat net zolang door tot dat ene beoogde beeld voor even bestaat. Nadien laat ze het over aan de tijd en het verval. Het verdwenen beeld ligt als los zand op de grond, roept ons naar zich toe en stelt ons vragen.